Mijn militairedienst

Voor 1 mei 1967 moesten alle jongens zonder vrijstelling opkomen voor het vervullen militaire dienstplicht.
In Nederland bestaat nog steeds een dienstplicht. Er is geen sprake van afschaffing. Er is wel een opschorting van de opkomstplicht sinds 1 mei 1997. Defensie roept daarom sinds 1 augustus 1996 geen nieuwe dienstplichtigen meer op. Mijn vader, broers Geert en Gezinus waren ook dienstplichtig. Mijn vader Tamboer bij de infanterie Geert bij de Aan- en afvoer troepen en Gezinus bij de Verbinding dienst.

Mijn zonen Jan Hendrik en Remco zijn ook dienstplichtig geweest.

Ook ik werd opgeroepen. Mijn jongste broer Dick niet, hij was de derde zoon en werd vrijgesteld wegens broederdienst. Op 26 september 1958 ontving ik de oproep voor keuring voor de lichting 1960 van Burgemeester van Rooy van Eindhoven.

Ik moest me op vrijdag 24 oktober 1958 melden in de Citadelkazerne in ‘s-Hertogenbosch. Daarvoor moest ik de eerste trein na 07:00 uur naar ‘s-Hertogenbosch nemen die om 07:19 vertrok. Op het station in ‘s Hertogenbosch aangekomen stonden daar al heel wat jongens te wachten bij een paar Militairepolitie soldaten, die liepen te schreeuwen dat alle opgeroepenen zich daar moesten aansluiten. Ik had daar geen zin in en ontsnapte aan hun aandacht en ging zelf op eigen gelegenheid naar de Citadel, ongeveer een kwartier lopen.

Citadel in ‘s Hertogenbosch

Aangekomen bij de citadel werd ik meteen ingedeeld bij een al aanwezige groep waar we werden ingecheckt . Maar goed dat ik op eigen gelegenheid was gegaan want toen wij al op de eerste controle plaats zaten te wachten zagen wij dat, nadat het bij ons een zo rustig en en gecontroleerd ontvangst was geweest, het er nu chaotisch en ongecontroleerd aan toe ging. Dit bleef je de hele dag zien alleen onze groep en de groepen die later aankwamen waren gedisciplineerd. De keuring duurde de hele werkdag en voor de middag gingen er heel wat naar huis, met om allerlei redenen, een afkeuring. Het eerst kreeg je een psychologische keuring, dan een kennis- en vaardigheid / handigheid kleuring en een soort sport keuring. Om 12 uur werd er pauze gehouden met een broodmaaltijd met kaas jam en soep. Na de middag volgde er een medische keuring, beweging, gevoel, ogen en gehoor. Na lang wachten volgde er toen een gesprek met de keuring en indeling officier. In dit gesprek werd er aan me gevraagd of ik voorkeuren had. Nu dat had ik wel! Ik vroeg hem om bij de Marine luchtvaartdienst te mogen komen, ik was immers voor alle dienstvakken goedgekeurd! Daarop zij hij dat hij dat niet kon toezeggen, maar hij noteerde het wel. Na het gesprek moest ik nog even wachten en kreeg toen dit bewijs mee naar huis.

Op 14 maart 1959 kreeg ik van de burgermeester van Eindhoven een bericht met bepalingen voor het aanvragen van vrijstelling van dienst als gewoon dienstplichtige. Aan alle daarin gestelde voorwaarden voldeed ik niet

De meeste jongens van de dienstplicht keuring kregen al spoedig erna een inlijving oproep voor de landmacht. Ik kreeg het jaar daarop op 6 augustus een oproep van de Koninklijke Marine voor de Marine keuring. Deze zou 2 dagen duren en ik moest na werktijd de avond daarvoor om 22:00 in het Marine opkomst centrum in Voorschoten melden.

Marine Opkomst Centrum VOORSCHOTEN

Het keuren bij de Marine ging heel anders te werk als bij de landmacht. Het was niet zo als het massawerk in s’-Hertogenbosch. De ontvangst in Voorschoten was allerhartelijkst. Ik werd begeleid naar een keurige kamer met een bed een tafel met stoelen en een gemakkelijke stoel met leeslamp. De rest van de avond kon je naar de kantine gaan waar je kon biljarten. Om 11:00 uur was het zo als dat heet “Snurken” bij de Marine, dus werd de slaapplaats opgezocht. Om 7:00 werd je wakker gemaakt en naar de eetzaal gebracht om te ontbijten, waarachtig met bediening aan gedekte tafels. Daarna begon de keuring. We waren met een groep van 16 man en kregen allemaal klassikale opdrachten in verschillende ruimtes van algemene kennis tot wiskunde. Ook waren er praktijk testen zoals Morse uitluisteren en nacht zien en een uithoudings-test. Aan het eind van de morgen en voor in de middag gingen er diverse jongens naar huis die kwamen niet door de testen. In de avond gingen de testen door tot 8 uur. De tweede dag werden er medische onderzoeken gedaan, veel uitgebreider dan als in s’-Hertogenbosch en rond 15:00 uur waren de testen afgelopen. Om 15:30 kregen de 9 overgebleven jongens een afsluitend gesprek bij de indeling officier waar de uitslag van de keuring werd besproken: “goedgekeurd voor alle dienstvakken bij de Marine”. Ook hier werd weer gevraagd of je nog voorkeuren had en vroeg hem of ik bij de radio radardienst kon komen. Hij zegde mij toe dat hij dat zou invullen in mijn papieren. Om 5:00 kon ik naar het station en naar huis.

In oktober dat jaar kreeg ik de “oproep ter inlijving voor de eerste oefening” en moest op 30 november 1959 “de eerste oefening aanvangen”

Bij de oproep was een vervoersbiljet voor de trein van Eindhoven naar Hollandserading en dus ging het die maandag met de eerste reisgelegenheid na 7 uur naar de Zeemacht. Op het station van Utrecht werden we opgevangen en naar een speciaal perron geleid. Aan de standaard boemeltrein was een extra wagon toegevoegd voor de Marine en daar gingen we mee naar het station Hollandserading. Bij het station stonden vrachtwagens met banken erin waarmee we naar de poort van het Marine opleidingskamp Hilversum werden gebracht. Daar aangekomen was het een drukte van belang, er kwamen die ochtend zo’n 300 dienstplichtige en beroeps rekruten op. Bij de Marine werden rekruten “Baroes” genoemd, Maleis voor Nieuweling.

Voor de poort waren een aantal marktkramen geplaatst waar we ons moesten aanmelden en waar we daarna naar een bepaald vak werden geleid. In dit vak ontmoette ik mijn lotgenoten voor de volgende 3 maanden en voor sommige 6 maanden en een paar voor de hele diensttijd die 21 maanden duurde. Tijdens het verzamelen liepen er mannen rond die vroegen of je een muziekinstrument bespeelde waarop ik niet reageerde omdat ik dacht zo wordt je weg gestuurd om corvee tachtig werk te doen. Toen de groep compleet was werden we voorgesteld aan onze bakmeester voorgesteld en door hem afgemarcheerd “in burgerpas” naar het kledingmagazijn waar we twee plunjezakken kregen waar we onze uitrusting in konden opbergen die we in een lange rij uitgedeeld kregen. Nadat iedereen was voorzie gingen we met zijn allen naar de Nummerzolder.

Hier moesten we een plaats zoeken voor een stapelbed en een kledingkast. Toen begon het “nummeren”. Dit is het merken van al je uitrusting stukken met je Marinenummer. Kleine stukke stempelen met een grote verstelbare nummerstempel of in slaan met slagcijfers. In de kleding en de dekens moest je nummer geborduurd worden met de kettingsteek die je snel genoeg leerde, het was een heel karwij om de in het totaal 270 nummers te borduren wat bijna een hele week inbelslag nam. ik kreeg al snel in de gaten dat het vragen of je een muziekinstrument bespeelde een andere bedoeling had omdat ze behoefte hadden aan muzikanten voor de Matrozenkapel en laat ik nu net de afgelopen tijd bij de leiding van een drumband van de Werkende Jeugd in Eindhoven was en kon spelen en lesgeven op de mars trommel, de pauken en de overslagtrom. Ook was ik de Tambourmaitere…… Er werd geoefend s’morgens vroeg tijdens het”baksgewijs” dat is het appel en de inspectie op het exercitie terrein in een zolderruimte boven het cafetaria en dat beslist geen slechte plaats, beter dan in de kou, regen en sneeuw bij het baksgewijs. Bovendien was je als je in de Matrozenkapel speelde vrij van wacht. dus dat was snel aanmelden en de volgende dag al geregeld. Na proefspelen werd ik een van de twee paukenisten van het Tamboerkorps en ben dat gebleven tot de overplaatsing drie maanden later.

image_pdfimage_print
Vertaal / Translate »